Sinds vandaag liggen de managementboeken van onze auteur Bert Overbeek ook in de schappen bij de Bruna winkel op Den Haag Centraal Station. Toch wel weer een mijlpaal…
De afgelopen jaren zijn ‘Het Flitsbrein‘ (nummer 7 bij Managementboek), ‘Mannen en of Vrouwen‘ (nummer 5 bij Managementboek) en ‘Diversiteit‘ (nummer 3 bij Managementboek) verschenen en die waren allen zeer succesvol. Nu heeft dus ook de Bruna-vestiging op station Den Haag CS (een zogeheten A-locatie waar heel veel mensen komen) besloten om deze titels in de winkel neer te leggen.
Over enkele maanden verschijnt het nieuwe managementboek ‘Goden en Goeroes‘ van Bert Overbeek.
In het zaterdagkatern van NRC Handelsblad stond afgelopen weekend een artikel over man/vrouw-vooroordelen op de werkvloer. Ik ben een van de drie mensen die geinterviewd word in dat interview. Aan het einde van het artikel staat dat ik voor quota ben. Gewoon keiharde 50/50 verdelingen in de top en in het management van organisaties.
Enige nuance is op zijn plaats. Veel woorden hoef ik daar niet aan te besteden. Daar waar het kan en mogelijk is: 50/50. Het onderzoek dat 40% verbetering van resultaat beweert te ontwikkelen bij zo’n verdeling, lijkt me zeer betrouwbaar, maar het maakt me niet zoveel uit of het 40% of minder is.
Er zijn echter beroepsgroepen waarin de verdeling niet kan, bijvoorbeeld als het fysieke werk te zwaar wordt voor vrouwen. Ik zou zeggen: overal waar dat niet het geval is kan 50-50 worden nagestreefd. Wat opmerkelijk is, zijn de hoge vrouwenscores in zorg- en basisonderwijs-groepen. Maar waarom zou dat zo moeten blijven? Wat mij betreft verandert die 95-5 score naar tenminste 70/30. In het onderwijs zou dat als voordeel hebben dat jongens weer mannelijke rolmodellen hebben.
Maar belangrijker dan dat vind ik een praktische benadering van het onderwerp. En niet die eindeloze analyses en rapporten en commissies binnen organisaties, die eerder de urgentie om iets te doen blokkeren, dan dat ze de boel in beweging zetten. Werk aan de winkel dus.
Voor het artikel, kijk op de website van NRC.
Afgelopen zaterdag is in NRC een groot artikel verschenen over ‘diversiteit’ op de werkvloer. In het artikel komt auteur Bert Overbeek van het boek ‘Mannen en/of Vrouwen‘ ook ruimschoots aan het woord.
In het 2 pagina’s grote artikel met de kop ‘In de praktijk vieren vooroordelen nog hoogtij’ wordt stilgestaan bij de verdeling mannen/vrouwen op de werkvloer, en in de top van het bedrijfsleven. In het artikel komen twee (vrouwelijke) advocaten aan het woord, alsmede Bert Overbeek die eerder dit jaar het veelgelezen boek ‘Mannen en/of Vrouwen, diversiteit op de werkvloer‘ schreef. Overbeek pleit in het artikel onder andere voor quota om tot een betere balans te komen in de top van het bedrijfsleven.
Het volledige artikel is te lezen op de website van NRC.
Op 26 oktober was ik op BNR in gesprek met de journalist Asha ten Broeke (bekend van Pauw & Witteman en DWDD) over diversiteit. Wij discussieerden onder meer over de invloed van hormonen op gedrag. In mijn boek ‘Mannen en/of vrouwen‘ leg ik een nadruk op de invloed van hormonen op teams. Hormonen hebben een negatieve bijklank, maar niet bij mij. Ik zie ze als de plezierige veroorzakers van verschillen tussen mannen en vrouwen. En vind ook dat we ze moeten benutten in werksituaties.
In mijn werkpraktijk heb ik vaak op mogen merken dat mannen en vrouwen zaken anders benaderen. Over die verschillen is veel te doen. Asha vroeg zich af waarom we die verschillen toch steeds zo moeten benadrukken, terwijl ik me juist afvraag waarom altijd alles gelijk moet worden getrokken. Begrijp me goed: ik ben voor gelijkwaardigheid, bijvoorbeeld bij beloningen of vrouwen in de top (ik bepleit een 50-50 verdeling). Maar verschillen mogen er zijn en benoemd worden. We hoeven ze niet te verdoezelen.
Hoeveel invloed hebben hormonen op ons gedrag? Daarover ging de discussie met Asha, met wie ik het verder niet oneens ben. Volgens Asha versimpelen we die invloed. Mijn uitspraak dat testosteron tot daadkracht en doelgerichtheid leidt, en dat vrouwen over ‘een bak zorghormonen’ beschikken die mannen niet hebben, is dan veel te zwart-wit. Asha moest er dan ook ‘een beetje om lachen, sorry hoor’.
De presentator besloot de discussie met de mededeling dat we allebei een ander deel van de literatuur benadrukte, waarin hij gelijk had. Ik zal echter blijven vechten voor meer invloed van het brein en hormonen bij theorieen over gedrag op de werkvloer. Ik vind ‘het’ psychologische onderzoek over dit soort zaken vaak te speculatief. Men trekt te gemakkelijk conclusies uit statistische gegevens. Bovendien weten we intussen dat heel veel psychologisch onderzoek op incidenten berust. Bij herhaling komen er andere uitkomsten uit. Er is dus een sterke behoefte aan meer meetbaarheid als het om de menselijke geest gaat. Nu laat die menselijke geest zich niet behandelen als een wiskunde som en gelukkig maar. Maar we moeten oppassen dat we niet van alles gaan roepen.
Hoe zit dat nu met het verband tussen gedrag, het brein en de hormonen? Dat is bijzonder moeilijk vast te stellen. Wat hormonen doen weten we niet precies. In mijn boek doe ik een poging, in navolging van onderzoekers als de Kruijf en Swaab, om een verband te leggen. Asha doet dat ook, in navolging van Eisenegger en Jordan-Young, en komt tot andere conclusies op basis van het onderzoek dat zij daar als wetenschapsjournalist tegenkomt.
Achter onze discussie speelt een andere discussie. Namelijk: wat is aangeleerd en wat is aangeboren gedrag? Die vraag is belangrijk, omdat er een andere vraag mee verbonden is: kunnen mensen veranderen (bijvoorbeeld op de werkvloer)? En in welke mate? Neurowetenschappers, biopsychologen en psycho analytische onderzoekers zijn het daarover niet eens en kunnen er behoorlijk pittig over discussiëren. Asha en ik waren echt vrij mild in onze discussies. Het gevaar dat wij elkaar met onderzoek om de oren gingen slaan lag op de loer. Ik heb geprobeerd me in te houden, maar slaagde daar niet geheel in.
Maar de discussie is belangrijk en boeiend. Ook vanuit de psychiatrie en niet alleen vanuit het standpunt van management development of verandermanagement. ‘Hoe werkt de menselijke geest?’ is een kernvraag die steeds terugkomt. En hoewel we vorderingen maken in het doorgronden ervan, moeten we toch ook vaststellen dat we er nog lang niet zijn. Hersenonderzoek is sterk gebaseerd op waarnemingen via scans, die vooral de bloedtoevoer meten, en de vraag is of dat afdoende antwoorden geeft op onze vragen. Hetzelfde geldt natuurlijk voor hormonen. Ja, ze beïnvloeden onze gedragingen, maar hoe, dat is een punt van discussie.
We weten dat mannen meer risico’s nemen op internet, meer testosteron produceren dan vrouwen, we weten ook dat vrouwen het goed doen als CFO en dat ze minder contextafhankelijk zijn dan mannen (ze laten zich minder door veranderende contexten van hun stuk brengen). We weten dat vrouwen schrikbarend hoger scoren in zorgberoepen en over veel meer zorghormonen beschikken dan mannen. Maar we weten ook dat de genderidentiteit niet zo zwart wit is. Oftewel: mannen kunnen ‘vrouwelijk’ en vrouwen ‘mannelijk’ zijn. Daarover heeft Dick Swaab heldere dingen geschreven. Asha ten Broeke doet op dit punt ook nuttige uitspraken. Ik doe het mijne, probeer de moderne inzichten te koppelen aan leren en veranderingsmanagement en kijk daarbij in de praktijk voortdurend of het ook werkt. Nooit te beroerd om het roer om te gooien als het niet werkt.
En dat geldt uiteindelijk ook voor de discussies over dit onderwerp, zoals die van Asha en mij in ‘Ask me anything’ bij BNR. Die discussies zijn in mijn beleving hard nodig om ons verder te helpen in het onderzoek naar de menselijke geest. Het eindigt niet bij Swaab of moderne denkers. Er valt nog veel te doorgronden. Om Breivik toestanden te voorkomen, om mensen soepeler en veiliger door veranderingsprocessen heen te laten gaan, om gezonder te zijn als individu en als samenleving. Misschien nog niet in 2016, maar in elk geval in 2025.
Vrouwelijke bestuurders, zo citeerde het NRC Handelsblad Mijntje Luckerath op zaterdag 12 maart 2016, zijn vaker financieel directeur dan bestuursvoorzitter. De getallen: bij de de 84 Nederlandse beursgenoteerde bedrijven zijn slechts 16 vrouwen bestuurder. De helft daarvan is CFO. Alleen PostNL en Wolters Kluwer hebben een vrouwelijke CEO. 1 op de 41 bestuurders is dus CEO. 1 op de 8 CFO’s is vrouw.
Waarom zoveel financieel directeuren vrouw zijn? Eigenlijk beantwoord ik die vraag in mijn boek ‘Mannen en/of vrouwen’ al. Vrouwen hebben minder last van testosteron en nemen simpelweg minder risico’s dan mannen. Dat maakt ze heel geschikt voor het werk van financieel directeur.
Luckerath legt uit dat CEO’s eerder worden gekozen op basis van visie, algemeen leiderschap en charisma. En dat zijn eigenschappen die nog altijd eerder gezien worden bij mannen dan bij vrouwen, zegt Luckerath. Ook dit fenomeen behandel ik in mijn boek. Mannen zijn minder realistisch in de beoordeling van hun eigen kwaliteiten en hebben meer zelfvertrouwen omdat ze eerder denken dat ze iets kunnen. Dit is echter maar de vraag. Niettemin stralen ze dat zelfvertrouwen uit, en Chabris en Simons hebben in hun boek ‘De onzichtbare gorilla’ laten zien dat we gevoelig zijn voor zo’n uitstraling. We geloven iemand als hij zelfvertrouwen uitstraalt; een erfenis van biologie en evolutie. Onze behoefte aan leiderschap is namelijk een biologisch fenomeen.
Dit zou kunnen verklaren waarom we vrouwen betere leidinggevenden vinden, maar toch liever een mannelijke manager hebben. Deze paradox in ons gedrag zou wel eens terug kunnen gaan op miljoenen jaren evolutie, waarbij het de mannen waren die de gemeenschap beschermde tegen indringers en bedreigingen.
De vraag is natuurlijk hoe het nu zit. Nou, dat is simpel. Ons onbewuste is in een tijd als de onze sterk aanwezig, maar niet aangepast aan de moderne tijd. We kijken met de een ‘jungle’ bril naar de moderne wereld. Zouden we dat niet doen, en gewoon kijken naar het type leiderschap dat we nodig hebben, dan pakt het allemaal misschien heel anders uit. En dan zouden we ons heel veilig kunnen voelen bij een vrouw; net als de leden van een bonobo samenleving.
De realiteit is dat vrouwen minder risico’s nemen, realistischer zijn over hun mogelijkheden en dat mannen soms ten onrechte veel zelfvertrouwen uitstralen. We zijn daar gevoelig voor, kennelijk. Wat mijn standpunt daarover is? Ik vind dat we eerst maar eens moeten beginnen met een 50-50 verdeling tussen mannen en vrouwen, daar waar het kan. En daar bedoel ik mee: in fysiek zware beroepen zie je meer mannen, en in zorgberoepen veel vrouwen. Daar kan ik me die verdeling voorstellen op basis van hormonale patronen en ons brein. Maar daar waar het kan zou de 50-50 verdeling een hard doel moeten zijn. En dan niet alleen CFO’s.
Auteur Bert Overbeek spreekt op 13 september op het Arbo Innovatie Congres in Utrecht. Hij zal een sessie verzorgen over ‘de skills van de toekomst’.
Bert Overbeek is onder andere auteur van ‘Het Flitsbrein’ en ‘Mannen en/of Vrouwen’ en is werkzaam als trainer/coach en interim-manager. Hij weet dus alles van big data, intuitie, man/vrouw verschillen op de werkvloer en dus aangewezen persoon voor een sessie over ‘de skills van de toekomst’.
Meer informatie over het complete programma van het Arbo Innovatie Congres is te vinden op hun website.
Meerdere titels van Futuro Uitgevers hebben de afgelopen week goede kritieken gekregen. Zo werden ‘Ondernemer in 100 dagen‘ en ‘Mannen en/of Vrouwen‘ online middels een recensie besproken.
Mannen en/of Vrouwen van Bert Overbeek kreeg opnieuw een prima recensie op de website van Managementboek, platform voor businessinformatie. Alle daar verschenen recensies zijn hier te bekijken.
Ook kreeg Ondernemer in 100 dagen van Thomas Blekman eveneens een goede recensie op de website van Managementboek. Hier valt te lezen hoe de recensent over dit onlangs verschenen boek oordeelt.
Afgelopen zaterdag stond het recent verschenen boek ‘Mannen en/of Vrouwen‘ van Bert Overbeek in een speciale bijlage van De Ondernemer. Deze bijlage is landelijk verspreid via diverse dagbladen, zoals het AD en Het Parool.
De Ondernemer is een online platform voor zzp’ers en andere ondernemers, en geeft daarnaast 4x per jaar een papieren bijlage uit die landelijk wordt verspreid. Hierin interviews met ondernemers, trends, kort nieuws en dus ook een (kleine) boekenrubriek. “Het boek biedt verfrissende inzichten”, zo valt te lezen in de boekenrubriek. ‘Mannen en/of Vrouwen‘ bereikte overigens tot op heden de vijfde plaats als hoogste positie in de verkoop top-100 bij Managementboek.nl.
De auteurs van de boeken ‘Kracht zonder macht‘ en ‘Mannen en/of Vrouwen‘ hebben niet over aandacht te klagen. Vandaag verschenen uitgebreide artikelen op de websites van Computable en De Ondernemer over de thema’s van hun boeken.
Auteur Jos van Rooyen schreef een groot artikel over ‘grip op ketenregie en IT-projecten’ dat vandaag is gepubliceerd op Computable, een bekende website voor en over de IT-branche. Jos schreef samen met Kees Lindhout, Chester Jansen en Harro Philip het boek ‘Kracht zonder macht‘ dat afgelopen december is verschenen. Het complete artikel op Computable is hier te lezen.
Verder verscheen vandaag een groot en sterk inhoudelijk artikel op de website van De Ondernemer, een groot platform voor MKB’ers en ZZP’ers, over ‘diversiteit op de werkvloer’. De redactie staat hierin uitgebreid stil bij (de achtergronden van) het boek ‘Mannen en/of Vrouwen‘ van Bert Overbeek. Dit artikel is de moeite van het lezen meer dan waard.
Volop aandacht voor de nieuwe boeken van Bert Overbeek en Sjaak Overbeeke op de website van Managementboek. Middels een interview en een zogeheten preview wordt volop stilgestaan bij de boeken.
Mannen en/of Vrouwen van Bert Overbeek staat al vijf weken in de top-100 bij Managementboek (hoogste positie nummer 5) en sinds gisteren staat op hun website een mooi interview met de auteur. Overbeek zegt hierin onder andere: “Organisaties zijn net dierentuinen. Wie goed kijkt, ziet dat seksualiteit in de onderlinge gedragingen van de mensen die er werken, volop aanwezig is.” Voor het interview, lees hier.
Omgaan met gevoelsmensen van Sjaak Overbeeke verschijnt volgende week pas, maar op de website van Managementboek is vanochtend alvast een preview verschenen waarin de auteur meer uitleg geeft over de inhoud van zijn boek. Overbeeke: “Gevoelsmensen kunnen slecht tegen drukke omgevingen en zijn vaak trager; dat veroorzaakt snel wantrouwen naar collega’s of leidinggevenden die sneller tot actie of tot beslissingen komen. Maar dat wil niet zeggen dat gevoelsmensen alleen maar lastig zijn.” De volledige preview is hier te lezen.