Buiten de psychiatrie?

Tot een paar jaar geleden had ik nooit gehoord van ‘de week van de psychiatrie’. En toen ik er van hoorde, had ik geen flauw idee waar dat over zou gaan. Nu weet ik waar dat door komt. Ik had geen besef van de psychiatrie in mij. En de psychiatrie had geen enkel benul van mijn bestaan. 

Toen ik na heel veel omzwervingen uiteindelijk op de stoel tegenover de psychiater kwam te zitten, mocht ik mijn verhaal doen. Ik wist niet wat mijn verhaal was, of eigenlijk, dàt ik een verhaal had. Hij zag mijn worsteling en hielp me op weg met wat vragen. Langzaam kwam het onder lagen camouflage vandaan. In grove structuren, met hiaten, maar onmiskenbaar aanwezig, in mij, met mij. Hij leunde achterover in zijn comfortabele leunstoel en plaatste zijn vingertoppen tegen elkaar. De blik in zijn ogen verraadde compassie, al kon ik me op dat moment niet voorstellen dat dat voor mij bedoeld was. ‘Hoe heb je het zo lang buiten de psychiatrie kunnen volhouden?’ Zijn stem klonk vriendelijk, dat wel. 

De week van de psychiatrie. Het thema is zichtbaar. Het doel van de week van de psychiatrie is:

We willen goed onder de aandacht te brengen dat er zo ontzettend veel mensen met veel leed mee te maken hebben. We willen dit leed zien te beperken en zien te voorkomen. Acceptatie en informatie is daarbij van belang. We hopen dat door deze week meer mensen uit de maatschappij op de hoogte zijn wat hier allemaal achter schuilgaat. Op een uitnodigende, open en prikkelende manier. Met elkaar kunnen we dan eerder en beter lokaliseren welke mensen in de knel zitten en hen hopelijk leed besparen. Leed dat anders vaak levenslang mee wordt meegedragen. (Citaat, website www.weekvandepsychiatrie.nl)

Hoewel we vandaag de dag veel gemakkelijker benoemen dat we stress hebben, een dipje, niet zo lekker in ons vel zitten, blijft het lastig zonder haperingen te vertellen dat je een psychiatrische aandoening hebt. Doe je dat wel, dan altijd die monsterende blik. Die hapering in het vervolg van het gesprek. Opeens ben je ‘anders’ en moet je maar weer bewijzen dat je je psychiatrische stoornis niet bent maar hebt. 

Een van de drijfveren om mijn boek ‘Halverwege het einde’ te schrijven en voor iedere lezer beschikbaar te maken, was het zichtbaar maken dat mensen een psychiatrisch probleem kunnen hebben, al functioneren ze ogenschijnlijk normaal. Dat het in alle bevolkingsgroepen voorkomt, dat, in mijn geval, ook de dokter een psychiatrische patiënt kan zijn. Ik wil laten zien dat het bestaat. En dat het niet weg is door erover te zwijgen. Dat iemand met een psychiatrisch probleem niet eng is. Psychiatrische aandoeningen mogen zichtbaar zijn, opdat we ermee aan de slag kunnen. 

Niet voor niets heb ik een passage uit het citaat onderstreept. Wat daar staat, is wat mijn boek doet; laten zien wat allemaal schuil kan gaan achter het leven van een psychiatrische patiënt. Zie, voel, herken, erken. Wij bestaan gewoon.