In gesprekken en tijdens trainingen valt me op dat we regelmatig met vooringenomenheid reageren. We hebben vaak van te voren onze mening al klaar. Ook ik word nog regelmatig misleid door mijn eigen vooringenomenheid. Daardoor heb ik regelmatig beslissingen genomen, die achteraf niet de juiste waren. Een van mijn sterkst ontwikkelde vooroordelen is mijn overtuiging dat iedereen vanuit goedheid en goed geweten handelt. Wel, afgelopen weken had ik weer een harde leerschool. Ik kwam erachter dat ik bewust misleid ben. Gelukkig kan ik er nu naar kijken als een situatie waar ik wat van kon leren en het heeft me uiteindelijk ook verder geholpen.
Een vooringenomenheid kan enorm belemmerend werken. Het zorgt er namelijk voor dat we foute beslissingen kunnen nemen en dat de groei stagneert. In dit blogartikel wil ik je wat tips geven hoe je om kunt gaan met deze bias. Als je de werking van het brein een beetje begrijpt, snap je ook dat het hebben van een vooroordeel of van een vooraf gekleurde visie, erg logisch is. Minimaal 90% van ons brein is onbewust, het brein is hoofdzakelijk emotioneel gedreven en het brein functioneert vooral geprogrammeerd. Anders gezegd: het is de voorkeur van het brein om vanuit vooringenomenheid te handelen. In mijn boek over neuroleiderschap noem ik deze manier van reageren: de volger.
Het brein zal uit zichzelf niet actief iets diepgaand onderzoeken. Daar moeten we de interne leider van het brein voor aanzetten. De interne leider is het deel dat we nodig hebben om o.a. actief te denken of om onze impulsen te remmen. Onze interne leider is helaas gemakkelijk uitgeput, en hierdoor zullen we gemakkelijk ons laten leiden door de volger. Die zoals gezegd, grotendeels onbewust, emotioneel gedreven en geprogrammeerd is. Om die reden zullen we in veel situaties vanuit een bepaalde vooringenomenheid handelen.
Het brein is vooral een emotioneel orgaan. Dit zie je bijvoorbeeld terug als men ergens gefrustreerd over is. Ik zag dat in mijn laatste training. Zoals zo vaak klaagt de ene laag van het management over de andere laag. Dit klagen zorgt voor een opgewonden brein. Dit opgewonden brein is niet bezig om zijn eigen interne leider te activeren. Maar is bezig om vanuit eigen frustratie te spreken. Er wordt derhalve enorm vooringenomen gesproken.
Het gevaar van vooringenomenheid is groot. We leggen gemakkelijk een stigma op iemand of een groep mensen. Deze persoon of groep heeft hierdoor duidelijk een minder eerlijke kans. Ik vind dat op zich al erg vervelend. Daarnaast gebruiken we het potentieel van de mensen hierdoor niet optimaal. Door de vooringenomenheid krijgt de ander veel minder kans om zichzelf te laten zien. Tot slot kan vooringenomenheid zorgen voor onjuiste besluitvorming.
De meest betrouwbare manier teneinde effectief met vooringenomenheid om te gaan, is een eenvoudige: ga vragen stellen en het liefst heel veel vragen! Goede & foute vragen zorgen voor triggers die de automatische breinreacties kan uitschakelen en kan zorgen voor een activering van de interne leider. Je kunt deze vragen aan jezelf (laten) stellen of aan de ander stellen. Door vragen te stellen, start je met observeren en daardoor vertraag je je handelen vanuit je automatische reactie. Er komt ruimte tussen de stimulus en de respons.
Goede vragen stellen
Wat zijn goede vragen? Dat zijn vragen die zorgen dat men zich niet meer laat leiden door het vooroordeel maar op een andere manier naar het vraagstuk of de situatie gaat kijken.
Je kunt bijvoorbeeld vragen stellen die zorgen dat mensen outside de box leren te denken. Ook een vraag die over toekomst gaat is een prima vraag. Wat ik vaak doe, is een metafoor laten bedenken, die past bij het vraagstuk, hierdoor wordt ook vaak de interne leider getriggerd.
Samenvattend: de hersenen bewandelen graag de kortste weg, want dat kost het minste energie. Door vragen te stellen kun je je interne leider activeren waardoor vooringenomenheid vermindert. En de start van een nieuw inzicht is geboren!
Los van de techniek van de juiste vragen stellen, is je eigen houding ook zeker cruciaal! Ik zie soms managers weliswaar prima vragen stellen, maar door de agressieve houding zal de ander niet getriggerd worden om zijn interne leider te activeren. Je dient vragen te stellen vanuit een constructieve houding die gebaseerd is op een diep verlangen iets te ontwikkelen of te verbeteren. Bij deze houding hoort ook goed luisteren. Met je interne leider luisteren, is horen wat er echt gezegd wordt. Terwijl als je met je volger luistert, je de woorden wellicht hoort maar niet hebt begrepen wat er echt gezegd wordt.
Vorige week gaf ik een training. In deze training maakte ik gebruik van een trainingsacteur om managers te laten oefenen in het stellen van de juiste vragen. Het was een echte game-changer. Alle managers moesten leren hun mond te houden en te stoppen met adviezen te geven. Door flink te oefenen kregen ze door, hoe effectief vragen stellen en hun mond houden kan zijn! Een echte game changer die ik alle managers van harte gun.