Leiders, paarden en vertrouwen
Vaak bezitten volkswijsheden en spreekwoorden belangrijke en diepe wijsheden. Soms echter zijn ze schadelijk, omdat ze op misverstanden gebaseerd zijn en kunnen ze veel schade aanrichten door het legitimeren van fout gedrag. “Vertrouwen komt te voet en gaat te paard” is een voorbeeld van een gezegde dat op een misverstand rust.
In werkelijkheid is het andersom. Het gezegde zou beter luiden: “Vertrouwen komt te paard en gaat te voet”. Mensen willen elkaar graag vertrouwen. In allerlei contexten is dat duidelijk. Wanneer mensen voor het eerst bijeen zijn in een groep, is het uitgangspunt vertrouwen, en niet alleen maar omdat er sprake is van eensgezindheid of een gemeenschappelijk doel of interesse. Ook in de neuropsychologie ontstaat er steeds meer onderbouwing voor de stelling dat in groepen, bij een eerste ontmoeting, in samenwerkingssituaties, etc. vertrouwen niet alleen het uitgangspunt is, maar ook snel terug keert. Mensen zijn bereid elkaar een tweede, een derde kans te geven.
“Vertrouwen gaat te paard en komt te voet” stelt de leider in staat het weglekken van vertrouwen los te koppelen van zijn of haar gedrag: het biedt de leider de kans om te stellen, dat het vertrouwen weliswaar snel is afgenomen, maar dat dat nu eenmaal een eigenschap van vertrouwen is. Dat ging te paard, weet je nog?
Ik denk dus dat er voldoende reden is om aan te nemen dat het andersom is. Als dat zo is, wat heb je dan als leider gedaan om het voor elkaar te krijgen dat het vertrouwen weg is. Dus: In plaats van de oorzaak van weglekken van vertrouwen buiten jezelf te leggen, zou het een aanleiding moeten zijn voor zelfonderzoek. En als dat zelfonderzoek geen resultaat oplevert, tja …..