Brainbased opleiden? Opgepast!
Dat het brein in het land van organisatietrainers een hype is geworden, hoeft ons niet te verbazen. Op het gebied van coaching, leren en opleiden hebben we de afgelopen 10 jaar enorm veel bijgeleerd. Door de neurowetenschappen. Toch moeten organisaties selectief zijn bij het kiezen van trainers en coaches die ‘brainbased opleiden’, zoals ze dat zelf graag zeggen.
Wat je bij vernieuwingen altijd ziet, is dat mensen de oude denkbeelden vasthouden en dat de nieuwe inzichten louter als ‘een jasje’ worden gebruikt. Zeggen dat je vernieuwend bent, en de inzichten van het brein hebt verwerkt is onvoldoende. Je moet daadwerkelijk je programma’s gaan veranderen. Gelukkig zijn op dat gebied ook dingen zichtbaar. Maar helaas komen ook routines voor. In MD-, trainings- en opleidingenland zie je dat sommige bureaus al jaren vasthouden aan dezelfde methodes. Competentieprofielen, trainen op aandachtspunten (in plaats van uitgaan van eigen kracht) en modellen intrainen; daarbij uitgaand van het idee dat we alles kunnen aanleren wat we willen, ook op gedragsgebied.
Daarbij zoeken ze inzichten uit de neurowetenschappen die bevestigen wat ze doen en negeren ze dingen die dat niet doen. Modellen intrainen past niet bij iedereen; niet iedereen heeft hetzelfde brein en leert op dezelfde manier. Dat wist Kolb al. Je kunt ook niet alles leren. Je brein is niet, zoals sommige leeradviseurs en (neuro-)psychologen ons willen laten geloven, in staat om alles te leren. Natuurlijk mag je het proberen, want je leert proefondervindelijk, maar je zult regelmatig ontdekken dat je iets niet in je systeem krijgt.
Competentieprofielen blijken niet terug te vinden te zijn in onze hersenen, en de waarnemers die mensen beoordelen op die profielen kunnen niet objectief zijn. Ze nemen subjectief waar, en bovendien beoordelen ze hun eigen beoordelingen te positief. Dat fenomeen beschrijf ik mijn boek ‘Het flitsbrein’. Met andere woorden: de competentie profielen en de waarnemers zijn gewoon niet betrouwbaar; je kunt ze niet meten. Noch de waarnemer noch de profielen.
Nu zijn er organisaties die zeggen dat ze brainbased zijn, en die rustig doorgaan met de methode van de competentieprofielen. Je zou wensen dat ze haast zouden maken met een meetbaardere benadering, die misschien gelegen in hersenattractoren: de melkwegstelsels van ons brein. Neuronen zijn verbonden in netwerken; die netwerken zijn verbonden in attractoren. (Volgens Elkhonon Goldberg)
Als we onze breinmeetapparatuur verbeteren en op zoek gaan naar verbeterde manieren van meten van gedrag, bijvoorbeeld door inzicht in attractoren te vergroten, dan zijn we echt brainbased bezig. Nu vullen we slechts oude zakken met nieuwe wijn. En dat is precies wat ik wil verduidelijken. Als we zeggen vernieuwend zeggen te zijn, moeten we dat ook echt zijn! En als je dat niet bent, ben je aan het jokkebrokken.
Je kunt als organisatie niet altijd goed zien hoe het zit met de breinontwikkelingen. Maar als mensen roepen dat ze ‘brainbased’ zijn, vraag dan even door wat dan precies betekent. En waarin de methode verschilt van vroeger. Dan doorgrond je in elk geval of iemand mooie praatjes verkoopt of iets waar je behoefte aan hebt.