Besturen kunnen we allemaal
In de Volkskrant van vrijdag 5 juli 2018 kwam een drietal berichten bijeen die ieder afzonderlijk mijn pen niet uit zijn foedraal hadden gekregen. Eerst las ik het bericht dat Dick Schoof onze nieuwe man bij de AIVD wordt, vervolgens een artikel over André Postema onder wiens verantwoordelijkheid het examendebacle in Limburg plaats vond (houdt dat woordje verantwoordelijkheid even in gedachten). Ten slotte herinnerde Sheila Sitalsing ons in haar column aan de pogingen van de VVD om Halbe Zijlstra benoemd te krijgen bij de Wereldbank.
Dick Schoof kennen we nog van het invoeren van de Nationale Politie, een project waaraan we geen warme herinneringen bewaren. Nu mag hij zijn heilzame werkzaamheden voortzetten bij de AIVD. Gelukkig is hij niet alleen deskundig in het politiewezen, maar tevens een door vriend en vijand erkend deskundige op het gebied van het digitale dossier van inlichtingen en veiligheid.
Dan André Postema: Inmiddels zijn de meeste mensen het er wel over eens dat we tijdens het besturen van een auto niet moeten appen, bellen, SMSsen, Instagrammen (zou Dick weten wat dat is?) etc. Het besturen van een auto vereist onverdeelde aandacht van de bestuurder. Het besturen van een grote en complexe scholenorganisatie is gelukkig een stuk simpeler. Je kunt daar best het voorzitterschap van een Eerste Kamerfractie en nog drie andere banen naast doen.
De aanvankelijke keuze van Halbe Zijlstra als directielid van de Wereldbank valt in dezelfde categorie van onbegrijpelijkheid. Halbe, een ervaren bankier, bovendien wereldwijd erkend deskundige op de gebieden ontwikkelingssamenwerking en armoedebestrijding. Tja……
Het goede nieuws: Voor de meeste organisatie en bedrijven geldt dat de medewerkers en professionals die er werken zodanig goed op hun taken zijn voorbereid dat vaak redelijk schadevrij langs de klippen van het wanbestuur wordt gemanoeuvreerd. Je zou dus het standpunt kunnen huldigen dat het niet uitmaakt wie er bestuurt:
Koning, keizer, admiraal, besturen kunnen we allemaal.
Het is dan niet zo’n probleem als bestuursfuncties worden vergeven voor (vermeende) prestaties uit het verleden, worden geclaimd om narcistische behoeften te bevredigen of een combinatie van de twee.
Misschien is dat waar. Van de andere kant brengt het stoppen met de domme, gemakzuchtige, nepotistische en amorele manier waarop wij nu vaak bestuurders benoemen een aantal voordelen met zich mee. Het leven van de bestuurden wordt er een stuk aangenamer op! Zij kunnen de tijd die zij nu besteden aan het managen van de consequenties van slecht bestuur dan wijden aan hun echte werk. Daarnaast leidt goed bestuur dat wordt uitgeoefend door bekwame en integere bestuurders ertoe dat organisaties en bedrijven essentieel hogere toegevoegde waarde gaan leveren.
De belangrijkste overweging is wellicht de volgende: Als mensen op posities van verantwoordelijkheid, posities met een voorbeeldfunctie, hun verantwoordelijkheid niet nemen, waarom zou ik dat als burger dan nog doen? Ik denk dat met name dit probleem ook een oorzaak is van de verwijdering tussen politiek en volk.
Moeten we in Nederland (en elders) de manier waarop wij bestuurders selecteren en benoemen niet eens op de schop nemen? Enkele suggesties? Lees mijn boek Veranderen zonder weerstand.