Topvrouwen

Vrouwelijke bestuurders, zo citeerde het NRC Handelsblad Mijntje Luckerath op zaterdag 12 maart 2016, zijn vaker financieel directeur dan bestuursvoorzitter. De getallen: bij de de 84 Nederlandse beursgenoteerde bedrijven zijn slechts 16 vrouwen bestuurder. De helft daarvan is CFO. Alleen PostNL en Wolters Kluwer hebben een vrouwelijke CEO. 1 op de 41 bestuurders is dus CEO. 1 op de 8 CFO’s is vrouw.

Waarom zoveel financieel directeuren vrouw zijn? Eigenlijk beantwoord ik die vraag in mijn boek ‘Mannen en/of vrouwen’ al. Vrouwen hebben minder last van testosteron en nemen simpelweg minder risico’s dan mannen. Dat maakt ze heel geschikt voor het werk van financieel directeur.

Luckerath legt uit dat CEO’s eerder worden gekozen op basis van visie, algemeen leiderschap en charisma. En dat zijn eigenschappen die nog altijd eerder gezien worden bij mannen dan bij vrouwen, zegt Luckerath. Ook dit fenomeen behandel ik in mijn boek. Mannen zijn minder realistisch in de beoordeling van hun eigen kwaliteiten en hebben meer zelfvertrouwen omdat ze eerder denken dat ze iets kunnen. Dit is echter maar de vraag. Niettemin stralen ze dat zelfvertrouwen uit, en Chabris en Simons hebben in hun boek ‘De onzichtbare gorilla’ laten zien dat we gevoelig zijn voor zo’n uitstraling. We geloven iemand als hij zelfvertrouwen uitstraalt; een erfenis van biologie en evolutie. Onze behoefte aan leiderschap is namelijk een biologisch fenomeen.

Dit zou kunnen verklaren waarom we vrouwen betere leidinggevenden vinden, maar toch liever een mannelijke manager hebben. Deze paradox in ons gedrag zou wel eens terug kunnen gaan op miljoenen jaren evolutie, waarbij het de mannen waren die de gemeenschap beschermde tegen indringers en bedreigingen.

De vraag is natuurlijk hoe het nu zit. Nou, dat is simpel. Ons onbewuste is in een tijd als de onze sterk aanwezig, maar niet aangepast aan de moderne tijd. We kijken met de een ‘jungle’ bril naar de moderne wereld. Zouden we dat niet doen, en gewoon kijken naar het type leiderschap dat we nodig hebben, dan pakt het allemaal misschien heel anders uit. En dan zouden we ons heel veilig kunnen voelen bij een vrouw; net als de leden van een bonobo samenleving.

De realiteit is dat vrouwen minder risico’s nemen, realistischer zijn over hun mogelijkheden en dat mannen soms ten onrechte veel zelfvertrouwen uitstralen. We zijn daar gevoelig voor, kennelijk. Wat mijn standpunt daarover is? Ik vind dat we eerst maar eens moeten beginnen met een 50-50 verdeling tussen mannen en vrouwen, daar waar het kan. En daar bedoel ik mee: in fysiek zware beroepen zie je meer mannen, en in zorgberoepen veel vrouwen. Daar kan ik me die verdeling voorstellen op basis van hormonale patronen en ons brein. Maar daar waar het kan zou de 50-50 verdeling een hard doel moeten zijn. En dan niet alleen CFO’s.